In het noorden van Laos en
Vietnam kan het aardig koud en mistig worden. Dit mochten wij een
kleine twee weken geleden een aantal dagen aan den lijve ondervinden.
Opeens was het dertig graden kouder dan het normaal is en zagen we
maar een paar meter vooruit. Céline en Maarten trokken het klimmen
nog wel, maar bij het afdalen raakten ze toch aardig onderkoeld
ondanks een aantal extra laagjes en waterdichte handschoenen en
sokken. Ik was zo verstandig me schuil te houden in één van de
fietstassen, veel te zien was er toch niet. Toen ging het ook nog een
paar dagen regelmatig regenen, waarbij de binnenkant van de
betreffende fietstas me aardig ging vervelen. Bovendien is het
buitengewoon slecht voor mijn gewrichten en humeur als ik 's ochtends
een nat mutsje moet opzetten, want ondanks ingenieuze droogtechnieken
is één nacht blijkbaar onvoldoende om onze toch best geavanceerde
spullen droog te krijgen. Gelukkig duurde deze meteorologische
ellende niet al te lang, en is het inmiddels weer aangenaam warm.
In the north of Laos and Vietnam it can
get pretty cold and foggy. About two weeks ago we
were allowed to experience this ourselves. Suddenly it was
thirty degrees colder than it normally is
and we could only see a few meters ahead.
Céline and Maarten were coping pretty well going
uphill, but going down they got slightly
hypothermic despite a number of extra layers and waterproof
gloves and socks. I was sensible enough to
wait it out in one of the panniers, there
was not much to see anyway. Then it also
began to rain regularly for a few days,
during which the inside of the aforementioned
pannier soon lost its appeal. Moreover, it is extremely bad
for my joints and mood when I have to put on a wet hat in the
morning: in spite of ingenious drying techniques one night is
apparently insufficient to get even our pretty
advanced stuff dry. Luckily this
meteorological misery didn't last too long,
and now it is pleasantly warm again.
Just follow the signs
|
We didn't hear these crops complain about the
rain
|
Terug in Vietnam was
het verkeer trouwens weer even wennen. Het lijkt hier alsof de
communistische leiding in haar oneindige wijsheid heeft besloten dat
iedereen kan autorijden, en vervolgens gratis rijbewijzen heeft
uitgedeeld. Niet gehinderd door enige kennis van verkeersregels of
gevoel voor veiligheid stort de gemiddelde bestuurder zich hier met
ware doodsverachting in het verkeer, wat gecombineerd met een
schikbarende hoeveelheid blinde bochten en zorgeloos overstekend vee
een waar schouwspel aan bijna-ongelukken en op het wegdek gekalkte
contouren oplevert. Daarbij heeft de Vietnamees een meer dan intieme
relatie met zijn claxon, die te pas en te onpas veelvuldig en
hartstochtelijk wordt beroerd. Mijn gehoor is sowieso al niet zo goed
meer, maar het zou mij niets verbazen als iedereen hier erg vroeg
doof wordt.
Via groene valleien met theeplantages en langs spectaculaire rotswanden en enorme hoeveelheden fruitstalletjes bereikten we de hoofdstad van Vietnam, waar de fietsen een onderhoudsbeurt kregen (die van Maarten maakte nogal wat onbestemde geluiden) en wij ons weer tegoed deden aan alle culinaire geneugten van een touristische plek.
Back in Vietnam traffic took
some getting used to. It seems like
the Communist leadership in its infinite wisdom has
decided that everyone can drive a car, and consequently
distributed free driving licenses. Unhindered
by any knowledge of traffic rules or sense of safety the average
driver plunges into traffic with
true death contempt, which combined with a striking
amount of blind curves and carefree crossing cattle yields a true
spectacle of near-accidents and painted
contours on the road. In addition, the Vietnamese has a more
than intimate relationship with his horn, which is often and
passionately caressed. My hearing is not so
good anyway, but I wouldn't be surprised if
everyone gets deaf here really early.
Through green valleys with tea plantations and along spectacular rock walls and enormous amounts of fruit stalls we reached the capital of Vietnam, where the bikes were serviced (Maarten's made some disturbing noises) and we again feasted on all the culinary delights of a tourist spot.
Lots of lakes in Hanoi!
|
With shiny clean bikes and
a guy I thought was from Russia, but then again that all happened
quite some time after I went to school
|
This guy was in charge of
watching the grass grow
|
Ongeveer halverwege
deze trip was het vervolgens de hoogste tijd om te doen wat we de
vorige keer ook deden: een relaxed eiland opzoeken. Via wederom een
fraaie omweg bereikten we het illustere Ha Long Bay, waar we
overstaken naar Cat Ba, een mooi eiland omringd door drijvende dorpen
en nog veel meer kleinere eilandjes. Hiervan hebben we er gisteren
per kajak een aantal van dichtbij bekeken. Ik kon zo tot mijn groot
genoegen de Cat Ba langur spotten, een aapje waar er nog maar enkele
tientallen van over zijn (de trouwe lezer weet dat bedreigde soorten
mijn warme sympathie hebben). Vandaag is het zoals Céline en Maarten
dat dan noemen een 'echte rustdag', waarbij er dus eens niet
geklommen of gezwommen wordt. Tijd voor nog een massage.
About halfway through this trip it was then high time to do what we
did the last time: getting ourselves to a
relaxed island. Via another scenic detour
we reached the illustrious Ha Long Bay, where we crossed over
to Cat Ba, a beautiful island surrounded by floating villages
and lots of smaller islands. We
checked out several of these from close by
yesterday in a kayak. I was very happy to
spot the Cat Ba langur, a little monkey
with only a few dozen left (the loyal reader knows that endangered
species have my warm sympathy). Today is what
Céline and Maarten call a 'true rest day',
which means no hiking or biking for a change.
I'm off for another massage.
I personally prefer to
watch flowers grow
|
This is Maarten trying to
proof he doesn't need a road to climb a mountain
|
Our current view!
|