Pages

Waipukurau (New Zealand), December 7th, 2014
Inedible pancakes and other strange stuff


From the glaciers we cycled North with a respectable speed, past gold mining villages and pancake rocks. The rain fell when we were already (or still) inside and the wind was going the same way as we were. Along the way we stayed in a village with a population of no less than 2. A peculiar museum was situated here which houses an albino possum and a movie about how folks used to catch deer by jumping on them from a helicopter. Both animals were introduced here by humans, which usually spells trouble. The birds here are genetically just as carefree and curious as the were a few hundred years ago, something that bodes well for a bird enthusiast with a camera like me. It also makes some waiters carry a water pistol.


Vanaf de gletsjers ging het in een vlot tempo langs goudzoekstadjes en pannenkoekenrotsen richting het noorden. De regen viel als we al (of nog) binnen waren en de wind blies aangenaam in de rug. Onderweg verbleven we in een dorpje met een populatie van maar liefst 2. Hier was echter wel een eigenaardig museum gevestigd met onder andere een albino buidelrat en een film over hoe hier rendieren werden gevangen door ze vanuit een helikopter te bespringen. Beide dieren zijn hier door de mens geïntroduceerd, wat dan meestal slecht uitpakt. De vogels hier zijn genetisch nog zo zorgeloos en nieuwsgierig als een paar honderd jaar geleden, wat voor een vogelliefhebber met fototoestel zoals ik erg prettig is. Het zorgt er ook voor dat terrasbediening hier soms met een waterpistooltje rondloopt.



The aptly named pancake rocks.


We've encountered some cool birds!


After another day of tailwind enjoyment Céline dragged a unsuspecting Maarten to a wonderful lodge including fireplace and beautiful view to celebrate that after 1000 days they still seem to get along. For this I take my little hat off. The owner of this place took us deep into the forest the next day to witness a natural fire on bare ground. And he let us stay an extra night if we would feed the calves and dog while he was away.


Na weer een dagje voortgeblazen te zijn troonde Céline een nietsvermoedende Maarten mee naar een sfeervolle lodge inclusief haardvuur en prachtig uitzicht om hier te vieren dat ze het al weer 1000 dagen met elkaar volhouden. Ik neem hier mijn mutsje voor af. De eigenaar van dit optrekje nam ons de volgende dag mee naar een plek diep in het bos waar spontaan vuur brandt. En liet ons vervolgens nog een nachtje voor niks blijven als we de kalfjes en hond zouden voeren tijdens zijn afwezigheid.



If you find a fire in the woods, why not use it to bake pancakes?


With a sense of relief we reached the North coast of the South Island: the wettest part of New Zealand lay behind us! It was a great deal warmer here too. After a nice walk and some kayaking in the Abel Tasman park we continued towards Nelson on a real bicycle route, including a little bicycle ferry. Next, to avoid getting sick of all this cycling Maarten and Céline hired some mountain bikes to conquer New Zealand's longest single trail: the Queen Charlotte track. Céline had never ridden a mountain bike before and Maarten forgot to mention a large part of this track was pretty advanced. In short, Maarten had a great time, and Céline was glad when it was all over.


Met enige opluchting bereikten we de noordkust van het Zuidereiland: het natste gedeelte van Nieuw-Zeeland was achter de rug! En gelijk was het ook een stuk warmer. Hier maakten we een mooie wandeling en kajaktocht door het Abel Tasman park. Over zowaar weer een echte fietsroute, inclusief fietspontje, gingen we verder langs wijngaarden en fruitbomen naar Nelson. Vervolgens, om het fietsen niet zat te worden, huurden Maarten en Céline mountainbikes om de langste single trail van Nieuw-Zeeland te bedwingen: de Queen Charlotte track. Céline had nog nooit op een mountainbike gezeten, en Maarten was even vergeten te vertellen dat het allemaal nogal advanced was. Kortom, Maarten vond het reuzeleuk en Céline was blij dat het achter de rug was.



This was on the Great Taste Trail.


This looks like another starry sky, but it's a forest scene with lots of glow worms!


They sure like to cut down trees here.


After 7 weeks it was time to say goodbye to the South Island and hop on the ferry to the North Island. This was like a mini cruise where from the front deck the landscape seemed to glide by without a sound. After our arrival in Wellington we enjoyed the hospitality (and great view) of Helena. If I understand correctly this is the daughter of the brother of the father of Maarten's mother. Her son took us to a little nature reserve where one stumbles over the rarest birds. After this nice little break we've been heading northeast the past few days in a landscape dominated by green pastures and pine trees, always on the lookout for the next strange thing.


Na 7 weken was het tijd om afscheid te nemen van het Zuidereiland en de veerboot naar het Noordereiland te pakken. Dit was gelijk een aangename mini-cruise waarbij vanaf het voordek het landschap vrijwel geluidloos voorbijtrok. Aangekomen in Wellington genoten we van de gastvrijheid (en het uitzicht) bij Helena. Als ik het goed begrijp is dit de dochter van de broer van de vader van de moeder van Maarten. Haar zoon nam ons mee naar een natuurgebiedje waar je over de meest zeldzame vogels struikelt. Inmiddels zijn we weer een flink stuk naar het noordoosten gefietst, voornamelijk langs groene weiden en dennenbomen, immer op zoek naar een volgende rariteit.



The view from Helena's house.


This bird was thought extinct at some point, something I can relate to.


Yesterday we stumbled upon the longest place name in the world. Probably the most tongue-tying too.